Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Josee Standaert  

Josée Standaert
Juffrouw Standaert

In de schaduw van ons gemeentehuis woont Juffrouw Standaert. Zo wordt ze door de hele gemeente genoemd. Jarenlang gaf ze wiskunde in het Instituut Onze-Lieve-Vrouw maar haar sporen verdiende ze vooral als dirigente en bezielster van Makeblijde, voorzitster van onze gemeentelijke Culturele Raad en van de Zeelse concertvereniging. Juffrouw Standaert is op het vlak van cultuur een monument. Cultuur werd door haar met een grote C geschreven. In de oogstmaand telde ze 89 lentes. Hoog tijd dus voor een babbel met deze grote dame.
Jeugd & school
Josée Standaert heeft geen Zeelse roots. Haar jeugd speelde zich af in Hamme. Haar vader was een Hammenaar, haar moeder kwam uit Elversele. Ze leerden elkaar kennen voor de eerste wereldoorlog. Maar door deze oorlog besloten ze om te wachten om te trouwen tot er weer vrede was. Josée is de oudste van een gezin van drie: ze heeft nog twee jongere zussen Julia en Christiane. Haar vader was directeur in een Hamse fabriek waar ze singels en linten produceerden. Ze volgde de lagere school in Hamme en vertelt ze, voor mijn ouders waren er maar twee vakken erg belangrijk: wiskunde en muziek. Als onze punten voor wiskunde goed waren, dan was het voor vader dik in orde. De andere vakken telden nauwelijks mee. Ze deed in Hamme nog het zevende en achtste studiejaar en dus was ze al 14 toen ze overstapte naar het internaat in Eeklo. Daar startte ze in de vijfdes en kon ze dus geen Latijn meer studeren. Daar heeft ze altijd spijt van gehad maar haar interesse lag toch vooral in de wiskunde.  

Ze volgde er het regentaat wiskunde-wetenschappen. Een studie die ook haar zussen nadien deden. Toen ze afgestudeerd was in ’41, had haar vader graag gehad dat ze bij hem op het bureau kwam werken. Dat papieren werk zag José echter niet zitten. Haar roeping lag in het onderwijs. Het eerste jaar kreeg ze enkel een interim in een lagere school in Hamme. Het tweede jaar had ze meer geluk, ze kon aan de slag in Zele in het  Instituut Onze-Lieve-Vrouw. We schrijven 1943. Ze volgde er een zuster op die wiskunde gaf. In die jaren was er in het Instituut enkel een lagere cyclus. In haar beginperiode heeft ze naast wiskunde ook nog Frans en handel gegeven. Later heeft ze wiskunde gegeven in de hogere cyclus. dat mocht in die tijd nog, verworven rechten heette dat. Ik heb me altijd goed gevoeld op school, vertelt Josée na al die jaren. Ik hield van de leerlingen en had met hen een goed contact. Het was nog de tijd dat de meisjes op school een zwarte schort moesten dragen en ook de schoolpet (met ieder jaar een ster meer) hoorde tot het uniform.

De leraressen in 1951   Kouterkapel   Tafelend bij de viering van 175 jaar school
De leraressen in 1951. Josée staat uiterst rechts
     
Tafelend bij de viering van 175 jaar school in 1986
Makeblijde

Op school werd er ook iedere morgen gezongen, vertelt Josée. Juffrouw Vermeulen, de directrice, leidde dit steevast elke morgen. Dat waren meestal stap- en strijdliederen die de meisjes kweelden. Tot op een morgen de directrice werd weggeroepen en zij me vroeg om de samenzang verder te leiden. Ik durfde geen nee te zeggen en voor ik het wist, was ik vertrokken voor een muzikaal avontuur dat veertig jaar duurde. Nu had ik geen bijzondere muziekstudies gedaan. Ik heb gewoon notenleer en pianoles gekregen zoals ieder ‘deftig’ meisje dat in die jaren kreeg. Echt goed piano spelen kon ik niet, maar ik kon noten lezen en met één hand een lied op de piano spelen. Zo kon ik mijn plan trekken, bekent ze, en doorheen de jaren leerde ik heel veel door ervaring. Muziek zat wel in mijn genen. Mijn grootvader was organist in Hamme, vader speelde goed piano en moeder had een erg mooie stem.

In haar aanvangsperiode zong Josée nog met alle leerlingen van de school maar naarmate het leerlingenaantal groeide, zong ze enkel nog met de leerlingen die het wensten en zo ontstond ons schoolkoor. ‘Het koor van het Instituut Onze-Lieve-Vrouw’ heette dat toen. De naam ‘Makeblijde’ is er pas gekomen in 1970, gaat ze verder. Vele jeugdkoren zochten voor hun naam inspiratie in de vogelwereld zoals bv. ‘De zingende nachtegaaltjes’. Ik vond dat die vogelkooi al meer dan vol genoeg zat en dus zocht ik een originelere naam. Hendrik Daems was een violist en componist en was getrouwd met een Zeelse. Toen hij verhuisde naar Tervuren en daar een huis bouwde, noemde hij dat ‘Makeblijde’. Dat vond ik zo schoon en dus werd het schoolkoor ‘Makeblijde’. Op 23 mei 1970 werd het koor officieel gedoopt met Hendrik als peter en zuster-overste Marie-Joseph als meter.
Repeteren deden ze tijdens de middagpauze en dit drie keer per week. In een bepaald jaar hadden ze een Bulgaars meisjeskoor te gast in Zele. Toen Josée hen hoorde zingen, dan schrok ze echt van het niveau dat deze meisjes haalden. Ze waren uitgenodigd voor een tegenbezoek aan Bulgarije en dus wou Josée het niveau serieus opkrikken. De enige remedie hiervoor was repeteren, repeteren en nog eens repeteren. Dat deden ze dan ook. Iedere middag werd er steevast gezongen en op vrijdag nog een uurtje na schooltijd. Het niveau steeg zienderogen. En onze dirigente stond niet met rode kaken in Bulgarije!

  25 jaar zingende school in 1968

 

 
25 Jaar Zingende School (1968)
Dat zingen was voor de kinderen wel een opdracht, voegt Josée er aan toe, maar stilletjes aan begonnen ze ook te genieten van de moeilijkere stukken. Polyfonie zongen ze erg graag. Verschillende malen heeft het koor deelgenomen aan wedstrijden én met succes. Makebijde werd twee keer eerste laureaat in de wedstrijd ‘Radio-schoolkoor’, behaalde de eerste prijs in de Lodewijk Mortelmansprijskamp, de eerste prijs in het Europees Muziekfestival voor de jeugd in Neerpelt, een klassering in uitmuntendheid in de provinciale koorzangtoernooien van Oost-Vlaanderen. Een palmares om u tegen te zeggen. Een mooi souvenir was ongetwijfeld het kerstconcert in het koninklijk paleis in ’66. Josée vertelt deze wapenfeiten met een zekere fierheid. Je moet het maar doen. Tenslotte had ze ieder jaar koorleden die de school verlieten en nieuwe koorleden die het klappen van de zweep nog niet kenden. Het was ieder jaar de eerste drie maanden keihard werken om de nieuwkomelingen zo snel mogelijk op niveau te krijgen, vertelt ze zoveel jaar later.
Het koor ergens in de jaren zestig   Een van de laatste optredens met Josee als dirigente
Makeblijde ergens in de jaren 60
 
Eén van de laatste optredens met Josée als dirigente

Tot aan haar pensioen in 83 bleef Josée het koor leiden. Directrice Donk vroeg haar om het koor te blijven leiden, maar daar bedankte ze voor. Eenmaal geen lerares meer, verlies je de band met de kinderen en word je meer een buitenstaander. Dat wou ik niet, zegt ze. Annemie Moens heeft het toen van mij overgenomen. In ’96 kreeg Filip Haentjens het roer in handen en dat doet hij nu al 14 jaar én met succes! Als het enigszins mogelijk is, mist ze geen enkel optreden van ‘haar’ koor. Het is duidelijk dat Makeblijde bij Josée in de bovenste schuif ligt. Het zijn haar ‘kinderen’ en ze spreekt over Makeblijde met een terechte trots en met veel liefde. De inzet van Filip en Annemie Moens (die nog altijd de stemvorming van het koor voor haar rekening neemt) schat ze hoog in.

Onverwacht bezoek in Gorizia   Eén van de mooiste momenten was ongetwijfeld in 2006. Makeblijde nam deel aan een internationale koorwedstrijd in Gorizia (Italië). Ze dacht als ik nu eens het vliegtuig neem, dan kan ik het optreden bijwonen. Ze vloog naar Venetië, huurde daar een auto en bolde vandaar naar Goriza. De dames van Makeblijde waren niet weinig verrast toen Josée daar plots verscheen. Op het concert werd ze speciaal verwelkomd als stichteres van het koor. Je moet het maar doen op je vijfentachtigste, denk ik dan. Het was echt een heel schoon moment, glundert Josée.   Josee in gesprek met Filip Haentjens in Gorizia
Onverwacht bezoek in Gorizia
  .  
Josée in gesprek
met Filip Haentjens in Gorizia
Zele
Beuk aan het gemeentehuis  

Josée is lange tijd thuis blijven wonen. De verplaatsing naar Zele was niet zo vanzelfsprekend. Er was in die tijd nog de tram (die van Hamme naar Zele reed en zo verder naar Gent) maar meestal nam ze de trein en stapte ze over in Grembergen. Soms moest ze wel een half uur wachten voor ze aansluiting kreeg naar Zele. Dat was niet altijd zo makkelijk, vertelt ze. Van ons als leerkrachten werd verwacht dat we alle dagen op school waren. Ook al hadden we vrije uren, we moesten verplicht aanwezig zijn. De mama van Josée had haar de raad gegeven in Zele grond te kopen. Die raad heeft ze niet in de wind geslagen en toen de gronden van het ‘nieuw centrum’ (van optiek Van Der Linden tot 1-2-3-Copy) verkocht werd, wou ze daar wel een stukje grond. Notaris Cleen regelde de verkoop ervan en men verkocht de gronden beginnend vanaf het marktplein. Als het stuk grond recht tegenover de rode beuk aan de beurt is, moet je me verwittigen, had ze de notaris gezegd. En zo geschiedde... Josée woont in een huis met de rode beuk als overbuur. Een mooi zicht waar ze iedere dag in ieder seizoen van geniet. Ooit was er sprake van deze boom te rooien omdat ie ziek was. Gelukkig heeft burgemeester De Bruyne zich daar tegen verzet en door een boomchirurg onder de arm te nemen is het toch nog goed gekomen. Aan de muur hangt een ‘portret’ van ‘haar’ boom. Dat heeft een portretschilder uit Sint-Niklaas gemaakt, lacht ze. Die man was erg verbaasd toen ik hem de opdracht gaf. Een portret van een boom had hij nog nooit moeten maken. Vier keer is hij bij Josée voor het raam komen schetsen. Het ‘portret’ mag er zijn!

Cultuur
Via de muziek is Josée ook erg betrokken geraakt bij de cultuur in Zele. In de jaren zeventig werd in onze gemeente de culturele raad opgericht. Paul Limpens was de eerste voorzitter maar vrij snel bedankte hij voor de taak en nam Josée het van hem over. Jarenlang heeft ze zich ingezet om cultureel Zele op de kaart te zetten en met succes! Ondanks het feit dat de accommodatie ontbreekt, is er op het vlak van cultuur heel wat gerealiseerd in de afgelopen decennia. Josée is vooral fier op de prachtige cultuurweken die de raad ieder jaar in de maand november op poten zet. Dat zijn ieder jaar hoogtepunten in onze jaarwerking, glundert ze. Ook het tweejaarlijks concert in het kader van het Festival van Vlaanderen met steun van het gemeentebestuur, is iedere keer opnieuw een schot in de culturele roos. Voorzitter zijn, was een taak die die ze zeer ter harte nam. Ik heb daar altijd veel voldoening van gehad, voegt ze er aan toe. Er is maar een minpuntje…

Een van de bedoelingen van het oprichten van een cultuurraad was het feit dat je anders geen subsidies kon krijgen voor de bouw van een cultureel centrum. We hebben in Zele vele culturele verenigingen die ieder op zich een heel hoog niveau halen. Alleen beschikken we niet over de broodnodige infrastructuur, zucht Josée. In al die jaren dat ik voorzitter van de culturele raad was, hebben we hiervoor gepleit. Er waren voorstudies, plannen en noem maar op... Er is al heel wat geld uitgegeven maar ook in 2010 ligt zo’n cultureel centrum of laat het een gemeenschapscentrum zijn, nog niet in het verschiet. Ik heb daar veel, echt veel tijd aan gespendeerd, zucht ze, met Paul Limpens en Willy De Beule bv. zijn we door Vlaanderen getrokken om ideeën te vergaren hoe ons cultureel centrum er zou uitzien. Makeblijde zou zingen bij de inwijding van het gebouw, lacht ze. Josée schudt haar hoofd. Nee, zucht ze, het zal er nooit komen. Het is en zal een droom blijven. Cultuur lag en ligt niet in de bovenste schuif op ons gemeentehuis. Echt veel politici ontmoet je niet op culturele manifestaties en dat vind ik jammer.

  Het laatste ontwerp van ons gemeenschapscentrum

 

 
Het laatste ontwerp van ons gemeenschapscentrum

Concertvereniging

Josee Standaert en Etienne Quintyn  

Juffrouw Standaert zetelt nog altijd in de cultuurraad als afgevaardigde van de Zeelse Concertvereniging. Een klein groepje mensen dat ieder jaar een zestal concerten organiseert in onze raadzaal. Josée is stichtend lid en sinds het overlijden van Raf De Bruyne ook voorzitter. Een vereniging waar ze echt fier op is. Van in de startblokken hebben we ons als doel gesteld om te focussen op kwaliteit en dat lukt ons nog altijd, zegt ze fier. We zijn er al verschillende malen in gelukt om internationaal befaamde muzikanten naar Zele te halen.
In 2008 ontving ze (samen met Etienne Quintijn) van de Zeelse cultuurraad de ‘Prijs voor Cultuurverdienste’, een blijk van waardering voor Zelenaars die een hele carrière op het lokale culturele veld uitgebouwd hebben. Josée kreeg deze onderscheiding voor haar jarenlange inzet voor de koormuziek in Zele en voor de Zeelse Concertvereniging in het bijzonder. Als iemand die prijs verdiende, dan was het zeker juffrouw Standaert.

Reizen

Naast de school, het koor, de Concertvereniging en de cultuurraad had José nog een vijfde leven: reizen. De meeste reizen waren in Europa en meestal met de eigen wagen. Strandvakanties waren aan haar net besteed. Ze zoomde in op al wat cultuur was. Iedere reis werd grondig voorbereid zoals een echte lerares dat doet. Jarenlang trok ze er op uit met haar collega, Maria Van Hoorick, en na haar dood vond ze in haar zus Christiane een goede reisgezel. Josée is geen archivaris, geen fotoboekenfanaat. Ze genoot met volle teugen van de reispassie. Van al haar reizen staat Machu Picchu, de Incastad in Peru, zonder concurrentie met stip op nummer één. Dat kan je niet beschrijven hoe mooi dat is, zegt ze. Voor 2010 had ze samen met haar zus een reisje naar Italië gepland. Het heeft niet mogen zijn. In maart is haar zus Christiane overleden. Een afscheid waar Josée het erg moeilijk mee gehad heeft. Deze zomer moest ze een kleine ingreep ondergaan aan haar rechterhand en was ze genoodzaakt om thuis te blijven. Zelfs autorijden kon ze niet. Dat was voor haar een echte straf. Juffrouw Standaert is nu eenmaal een huisduif. Dat is de eerste zomer sinds jaren dat ik niet op reis geweest ben, bekent ze. Ik hoop er toch nog even op uit te trekken in de herfst. Hopelijk lukt me dat!
Jaren lang was ze ook voorzitter van de gepensioneerde bond van het COC. Ieder jaar organiseerde ze voor de groep een reis en ging ze steevast op voorhand de zaak verkennen. Het reisbureau deed een voorstel en Josée ging op verkenning om alle hotels te zien, de uitstappen voor te bereiden, kortom alles uit te kienen tot in de puntjes. De reis moest af zijn! Zo zit ze nu eenmaal in elkaar.
 

Josee Standaert

Het is even over twaalven en bij een aperitiefje ronden we ons gesprek af. Ik ben tevreden over mijn leven, zegt Josée, ik heb altijd mogen en kunnen doen wat ik graag deed. De rode draad was zeker mijn koor, het koorleven, de koormuziek. Dat was mijn lang leven. Ik heb vele meisjes mogen laten ontdekken dat de menselijke stem het mooiste instrument is… Makeblijde is mijn levenswerk!

Bedankt Josée, voor de babbel over jouw talenten en je meer dan boeiend leven of moet ik ‘levens’ schrijven?

Mark
24.09.2010

met dank aan Greet Mertens, Guido Geerinck en Eddy Van Mossevelde voor de beelden

Dit interview kan je ook afdrukken.

pdf - Juffrouw Standaert - Josée Standaert

 

Thuiskomen

 

 

Krijg je graag een e-mail als de volgende 'Mensen van bij ons' verschijnt?
Ga naar 'Contact', vul je naam en e-mailadres in en gewoon klikken op 'Verzenden'.

Reacties en suggesties zijn altijd welkom !